bron www.DuPho.nl
Naamsvermelding fotografen.
DuPho White paper
Inleiding.
Bij DuPho, de Nederlandse beroepsorganisatie voor professionele fotografen komen met regelmaat vragen en klachten binnen van fotografen over de vermelding van hun naam bij hun werk. In vrijwel alle gevallen gaat het erom dat de fotografen toestemming hebben gegeven voor de publicatie van hun werk (hetzij rechtstreeks, hetzij via een fotostockbureau) en in veel gevallen hebben de fotografen ook uitdrukkelijk bedongen dat hun naam bij de foto wordt vermeld. En toch gaat het vaak mis. De naam van de fotograaf wordt achterwege gelaten, of alleen de naam van het fotostockbureau staat erbij. Dit is ergerlijk. Niet alleen omdat fotografen vanzelfsprekend graag erkenning willen voor hun werk, ook – en misschien vooral – omdat ze daarmee de bekendheid krijgen die broodnodig is voor het verwerven van nieuwe opdrachten. Wat kun je nu doen als je als fotograaf te maken krijgt met dit probleem? Of belangrijker: hoe is het te voorkomen? Wat zijn de rechten en plichten van de fotograaf en de partij die de foto publiceert? Wat kunnen of moeten fotostockbureaus in dit geval doen? Dit artikel is bedoeld om fotografen wat meer inzicht te geven in dit onderwerp en daarnaast de nodige aanwijzingen te geven over hoe fotografen hiermee om kunnen gaan.
Recht op naamsvermelding.
Naamsvermelding is een recht. In artikel 25 van de Auteurswet staat het als volgt vermeld: “De maker van een werk heeft, zelfs nadat hij zijn auteursrecht heeft overgedragen, het recht zich te verzetten tegen openbaarmaking van zijn naam of andere aanduiding als maker, tenzij het verzet in strijd zou zijn met de redelijkheid”. Het artikel is in algemene termen gesteld, omdat de wet is bedoeld voor alle creatieve makers. Dit betekent dat er voor fotografen nog een nadere invulling aan moet worden gegeven. Omdat dit stuk ook voor fotografen is bedoeld, zal er in de rest van het stuk ook over fotografen (als makers) worden gesproken. Het artikel geeft ook aan dat je in beginsel geen afstand kan doen van dit recht (“zelfs nadat hij zijn auteursrecht heeft overgedragen”). Het blijft altijd aan de fotograaf “kleven”. Daarom wordt dit recht ook wel een hoogstpersoonlijk recht of “persoonlijkheidsrecht” genoemd. Dat dit persoonlijkheidsrecht ook weer niet helemaal absoluut is, blijkt uit de toevoeging “tenzij het verzet in strijd zou zijn met de redelijkheid”. Het komt erop neer dat je je als fotograaf kan verzetten als jouw naam niet bij het werk wordt vermeld, maar dat dat wel “redelijk” moet blijven. Op deze “redelijkheidstoets” wordt in de volgende paragraaf verder ingegaan.
Redelijkheid en richtlijnen.
Zoals gezegd heb je er dus recht op dat jouw naam (of de naam die je verkiest) wordt vermeld bij publicatie van jouw foto. De wet verbindt daar echter wel een zogenaamde “redelijkheidstoets” aan. Met andere woorden: je kunt niet eisen dat je naam wordt vermeld als dat in de gegeven omstandigheden niet redelijk is. Maar wat is in dit geval nou wel of niet redelijk? Zoals gezegd geldt de naamsvermelding uit de Auteurswet voor álle makers, dus ook niet-fotografen. Wat voor een meubelontwerper of toneelschrijver redelijk is, hoeft dat niet voor een fotograaf te zijn. Bij fotografen kun je ervan uitgaan dat er zeer veel gevallen zijn dat het beslist redelijk is dat jouw naam als fotograaf van een foto wordt vermeld. Maar daarmee is niet alles gezegd. Zoals zo vaak hangt veel af van “de omstandigheden van het geval”. Bedenk daarbij dat fotografie op allerlei manieren wordt gepubliceerd en toegepast. Natuurlijk niet alleen in boeken, tijdschriften en websites, maar ook op televisie, sociale media, producten en reclames. In al die gevallen moet keer op keer bekeken worden of het “redelijk” is dat jouw naam als fotograaf van het gebruikte beeld wordt vermeld. Hoewel het dus altijd “maatwerk” blijft, zijn er wel algemene richtlijnen te geven die je kunt gebruiken om te beoordelen of het redelijk is dat je naamsvermelding verlangt. Dit hangt natuurlijk vooral af van het doel waarvoor en de wijze waarop de foto wordt gebruikt. De bijbehorende inphographic is geen wet van Meden & Perzen, maar biedt een handleiding om te beoordelen wat in de gegeven omstandigheden redelijk kan zijn, of juist niet.
Portretfoto’s.
Een bijzondere plek is in dit geval ingeruimd voor portretfoto’s die in opdracht van de geportretteerde zijn gemaakt. Deze geportretteerde mag zijn portretfoto ook zonder toestemming van de fotograaf aanbieden aan diverse media (gedrukte media, digitale media, maar ook bewegende media en sociale media), maar in dat geval moet altijd de naam van de fotograaf erbij worden vermeld. Dit staat te lezen in artikel 19 lid 3 van de Auteurswet. Hier geldt “redelijkheidstoets” dus niet.
Overeenkomst en licentie.
In vrijwel alle gevallen is het natuurlijk het beste om de naamsvermelding te “bedingen” in een contract. De andere partij (de uitgever bijvoorbeeld, of het fotostockbureau) kan in dat geval niet meer zeggen dat hij dit over het hoofd heeft gezien; hij heeft er immers voor getekend. Als de foto niet geheel wordt verkocht (dus inclusief de auteursrechten) dan gebeurt dat meestal in de vorm van een licentie: de toestemming om tegen een bepaalde vergoeding de foto voor een bepaald doel te gebruiken. In beide gevallen (verkoop of licentie) kun je in het contract laten zetten dat je wenst dat je naam erbij wordt vermeld, en op welke wijze. Meestal staat er dan bij: “Foto: Astrid Geversen”. Het maakt daarbij eigenlijk ook niet zoveel uit of zo’n contract nu echt een keurig papieren document is of een verzameling van afspraken via de mail. Wél van belang is dat de afspraken voor beide partijen helder zijn én dat degene die namens jouw contractspartij akkoord is ook de positie heeft om dat akkoord te geven. Tot slot is ook belangrijk dat de afspraak die je maakt over naamsvermelding ook geldt voor andere partijen met wie jouw contractspartij weer zaken doet. In de volgende paragraaf (fotostockbureaus) wordt dit nader toegelicht.
Fotostockbureau’s.
Veel professionele fotografen hebben te maken met fotostockbureaus, dat wil zeggen bureaus die allerlei foto’s in voorraad hebben en waarbij foto’s voor allerlei doeleinden kunnen worden “besteld”. In de praktijk blijkt vaak dat de naam van het fotostockbureau wél, en de naam van de fotograaf niet in de publicatie wordt vermeld. Dit is om meerdere redenen onjuist. Ten eerste heeft het fotostockbureau geen recht op naamsvermelding; deze is immers niet de maker van de foto, maar “slechts” een agent/bemiddelaar. Ten tweede weet ook een fotostockbureau dat fotografen wél recht hebben op die naamsvermelding. En ten derde hebben niet alleen de fotografen, maar ook het fotostockbureau er ook belang bij dat de naam van de fotograaf wordt vermeld. Immers: een succesvolle foto smaakt naar meer en zal de vraag naar ander werk van die fotograaf (die door dat fotostockbureau wordt vertegenwoordigd) alleen maar doen toenemen. Het is dus met name ook van groot belang dat je met een fotostockbureau heel duidelijke afspraken maakt over je naamsvermelding en – als het even kan – dit te combineren met een boetebeding. Daarnaast moet duidelijk met het fotostockbureau worden afgesproken dat die afspraken ook gelden voor de partijen aan wie de foto vervolgens wordt geleverd. Fotostockbureaus publiceren immers niet zelf, dat doen hun klanten. En zoals hiervoor al aangegeven geldt naamsvermelding nu juist bij publicatie. Een dergelijke afspraak die ook geldt voor derden wordt ook wel “kettingbeding” genoemd.
Wat als het misgaat?
Ook in het geval dat het alleszins redelijk is om naamsvermelding te verlangen en er daarover ook duidelijke afspraken zijn gemaakt, kan het natuurlijk voorkomen dat het misgaat. In dat geval zal er moeten worden gekeken of er aanleiding is voor het vragen van schadevergoeding. Als er al een boete is afgesproken dan is dit niet erg ingewikkeld. Partijen hebben immers al van te voren vastgesteld wat in dat geval de schade is. Anders wordt het – en dat komt helaas vaker voor – dat er geen afspraken zijn of dat die onduidelijk zijn. In dat geval zal je als fotograaf moeten onderbouwen dat je schade hebt geleden en wat die schade dan is. In de praktijk blijkt dit heel lastig te zijn. Toon maar eens aan dat je nu juist een grote opdracht hebt gemist omdat op dat moment jouw naam niet bij je foto stond! Ook in de rechtspraak is dit nauwelijks uitgekristalliseerd. In de weinige gevallen dat de rechter zich hierover heeft gebogen, ging het vrijwel altijd over een combinatie van een wijziging van de foto zonder dat de fotograaf dat wist (laat staan het ermee eens was) en de afwezigheid van de naam van de fotograaf. De vergoedingen zijn ook dermate laag (meestal slechts een paar honderd euro) dat die volstrekt niet opwegen tegen de kosten en het gedoe van zo’n procedure. Dit wil niet zeggen dat je als fotograaf het maar moet laten rusten als het misgaat. Spreek de partij die in de fout er in ieder geval op aan of schakel DuPho in. Beter is nog om duidelijke afspraken van te voren te maken. Dit kan een hoop ellende voorkomen.